Werkwoorden vervoegen
centreren
Tegenwoordige tijd centreren
Ik centreer
Jij/U centreert
Hij/Zij/Het centreert
Wij centreren
Jullie centreren
Zij centreren
Verleden tijd van centreren
Ik centreerde
Jij/U centreerde
Hij/Zij/Het centreerde
Wij centreerden
Jullie centreerden
Zij centreerden
Voltooid deelwoord van centreren
gecentreerd
Tegenwoordig deelwoord van centreren
centrerend