Werkwoorden vervoegen
browsen
Tegenwoordige tijd browsen
Ik browse
Jij browset
browse jij?
U browset
Hij/Zij/Het browset
Wij browsen
Jullie browsen
Zij browsen
Verleden tijd van browsen
Ik browsede
Jij/U browsede
Hij/Zij/Het browsede
Wij browseden
Jullie browseden
Zij browseden
Voltooid deelwoord van browsen
gebrowsed
Tegenwoordig deelwoord van browsen
browsend