Werkwoorden vervoegen
bivakkeren
Tegenwoordige tijd bivakkeren
Ik bivakkeer
Jij bivakkeert
bivakkeer
U bivakkeert
Hij/Zij/Het bivakkeert
Wij bivakkeren
Jullie bivakkeren
Zij bivakkeren
Verleden tijd van bivakkeren
Ik bivakkeerde
Jij/U bivakkeerde
Hij/Zij/Het bivakkeerde
Wij bivakkeerden
Jullie bivakkeerden
Zij bivakkeerden
Voltooid deelwoord van bivakkeren
gebivakkeerd
Tegenwoordig deelwoord van bivakkeren
bivakkerend