Werkwoorden vervoegen
bevaren
Tegenwoordige tijd bevaren
Ik bevaar
Jij bevaart
bevaar jij?
U bevaart
Hij/Zij/Het bevaart
Wij bevaren
Jullie bevaren
Zij bevaren
Verleden tijd van bevaren
Ik bevoer
Jij/U bevoer
Hij/Zij/Het bevoer
Wij bevoeren
Jullie bevoeren
Zij bevoeren
Voltooid deelwoord van bevaren
bevaren
Tegenwoordig deelwoord van bevaren
bevarend