Werkwoorden vervoegen
bepantseren
Tegenwoordige tijd bepantseren
Ik bepantser
Jij bepantsert
bepantser jij?
U bepantsert
Hij/Zij/Het bepantsert
Wij bepantseren
Jullie bepantseren
Zij bepantseren
Verleden tijd van bepantseren
Ik bepantserde
Jij/U bepantserde
Hij/Zij/Het bepantserde
Wij bepantserden
Jullie bepantserden
Zij bepantserden
Voltooid deelwoord van bepantseren
bepantserd
Tegenwoordig deelwoord van bepantseren
bepantserend