Werkwoorden vervoegen
bekeren (aan een bekerwedstrijd meedoen)
Tegenwoordige tijd bekeren
Ik beker
Jij bekert
beker jij?
U bekert
Hij/Zij/Het bekert
Wij bekeren
Jullie bekeren
Zij bekeren
Verleden tijd van bekeren
Ik bekerde
Jij/U bekerde
Hij/Zij/Het bekerde
Wij bekerden
Jullie bekerden
Zij bekerden
Voltooid deelwoord van bekeren
gebekerd
Tegenwoordig deelwoord van bekeren
bekerend