Werkwoorden vervoegen
behandelen
Tegenwoordige tijd behandelen
Ik behandel
Jij behandelt
behandel jij?
U behandelt
Hij/Zij/Het behandelt
Wij behandelen
Jullie behandelen
Zij behandelen
Verleden tijd van behandelen
Ik behandelde
Jij/U behandelde
Hij/Zij/Het behandelde
Wij behandelden
Jullie behandelden
Zij behandelden
Voltooid deelwoord van behandelen
behandeld
Tegenwoordig deelwoord van behandelen
behandelend