Werkwoorden vervoegen
bearbeiden
Tegenwoordige tijd bearbeiden
Ik bearbeid
Jij bearbeidt
bearbeid jij?
U bearbeidt
Hij/Zij/Het bearbeidt
Wij bearbeiden
Jullie bearbeiden
Zij bearbeiden
Verleden tijd van bearbeiden
Ik bearbeidde
Jij/U bearbeidde
Hij/Zij/Het bearbeidde
Wij bearbeidden
Jullie bearbeidden
Zij bearbeidden
Voltooid deelwoord van bearbeiden
bearbeid
Tegenwoordig deelwoord van bearbeiden
bearbeidend