Werkwoorden vervoegen
baltsen
Tegenwoordige tijd baltsen
Ik balts
Jij baltst
balts jij?
U baltst
Hij/Zij/Het baltst
Wij baltsen
Jullie baltsen
Zij baltsen
Verleden tijd van baltsen
Ik baltste
Jij/U baltste
Hij/Zij/Het baltste
Wij baltsten
Jullie baltsten
Zij baltsten
Voltooid deelwoord van baltsen
gebaltst
Tegenwoordig deelwoord van baltsen
baltsend