Werkwoorden vervoegen
adsorberen
Tegenwoordige tijd adsorberen
Ik adsorbeer
Jij adsorbeert
adsorbeer jij?
U adsorbeert
Hij/Zij/Het adsorbeert
Wij adsorberen
Jullie adsorberen
Zij adsorberen
Verleden tijd van adsorberen
Ik adsorbeerde
Jij/U adsorbeerde
Hij/Zij/Het adsorbeerde
Wij adsorbeerden
Jullie adsorbeerden
Zij adsorbeerden
Voltooid deelwoord van adsorberen
geadsorbeerd
Tegenwoordig deelwoord van adsorberen
adsorberend