Werkwoorden vervoegen
abdiqueren
Tegenwoordige tijd abdiqueren
Ik abdiqueer
Jij abdiqueert
abdiqueer jij?
U abdiqueert
Hij/Zij/Het abdiqueert
Wij abdiqueren
Jullie abdiqueren
Zij abdiqueren
Verleden tijd van abdiqueren
Ik abdiqueerde
Jij/U abdiqueerde
Hij/Zij/Het abdiqueerde
Wij abdiqueerden
Jullie abdiqueerden
Zij abdiqueerden
Voltooid deelwoord van abdiqueren
geabdiqueerd
Tegenwoordig deelwoord van abdiqueren
abdiquerend