Werkwoorden vervoegen
aanprijzen
Tegenwoordige tijd aanprijzen
Ik prijs aan
Jij prijst aan
prijs jij aan?
U prijst aan
Hij/Zij/Het prijst aan
Wij prijzen aan
Jullie prijzen aan
Zij prijzen aan
Verleden tijd van aanprijzen
Ik prees aan
Jij/U prees aan
Hij/Zij/Het prees aan
Wij prezen aan
Jullie prezen aan
Zij prezen aan
Voltooid deelwoord van aanprijzen
aangeprezen
Tegenwoordig deelwoord van aanprijzen
aanprijzend