Gepubliceerd op 31-08-2018

AGAAT

betekenis & definitie

Agaat o. (mv. agaten in de bet. van soorten van agaat), een zeer hard gesteente, tot het kiezel- of kwartsgeslacht behoorende, bestaande uit een mengsel van verschillende kwartssoorten, als chalcedoon, kornalijn, hoornsteen, jaspis, amethist enz.; vooral bekend om de schoone kleurschakeeringen, de sierlijke figuren waarmede het geteekend is, en zijne geschiktheid om zich tot allerlei sieraden te laten verwerken en te laten polijsten; (het agaat wordt in de volkstaal wel eens groeisteen genoemd, omdat men in de figuren die het vertoont, van tijd tot tijd veranderingen meende te bespeuren);

— chalcedoon-agaat, melkwit en doorschijnend; hoornsteen-agaat, geel; jaspis-agaat, rood, groen of bruin; kornaljn-agaat, roodachtig enz.;
—, m. (agaten), een steen van agaat;
— een werktuig waarin een agaatsteen is ingevat, dienende om goud te bruineeren.

< >