Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie M
- Metselaarsknecht
- Metselaarswerk
- Metselarij
- Metselbij
- Metseldraad
- Metselen
- Metselhamer
- Metselkalk
- Metselkoord
- Metselplavei
- Metselspecie
- Metselsponning
- Metselsteek
- Metselverband
- Metselvoeg
- Metselwerk
- Metselzand
- Metselzode
- Metsen
- Metser
- Metserdiender
- Metserknecht
- Metsersbaas
- Metserstiel
- Mette
- Metten
- Mettenboek
- Mettentijd
- Metterdaad
- Mettere la coda dove non va il capo
- Metterhaast
- Mettertijd
- Metterwoon
- Metworst
- Meubel
- Meubeldamast
- Meubelen
- Meubelgordijn
- Meubelhout
- Meubelkunst
- Meubelmagazijn
- Meubelmaker
- Meubelpapier
- Meubelsits
- Meubelstijl
- Meubelstof
- Meubelstuk
- Meubeltekenaar
- Meubeltje
- Meubelwas
- Meubilair
- Meubileren
- Meubilering
- Meublement
- Meug
- Meugal
- Meugebet
- Meugeniet
- Meui
- Meuk
- Meuken
- Meulen
- Meum est propositum in taberna mori
- Meum et tuurn
- Meun
- Meute
- Meutje
- Meuzel
- Meuzelen
- Mevr., mw
- Mevrouw
- Mevrouwen
- Mevrouwschap
- Mevrouwtje
- Mexicaan
- Mexicaans
- Mezenknip
- Mezenslag
- Mezzanine
- Mezzo
- Mg
- Mgr
- Mhz
- Miasma
- Miasmatisch
- Miauw
- Mica
- Micabril
- Micabuis
- Micaglas
- Micalinnen
- Micapapier
- Micaruit
- Michaël
- Michel
- Michiel
- Micro
- Micro-organisme
- Microbalans
- Microbarometer
