Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie R
- Ringnagel
- Ringnevel
- Ringonderzoek
- Ringoppervlak
- Ringoven
- Ringpredikant
- Ringreactie
- Ringreglement
- Ringrif
- Ringrijden
- Ringrijder
- Ringrijderij
- Ringrups
- Ringrupsvlinder
- Ringscheur
- Ringschroef
- Ringslang
- Ringsloot
- Ringslot
- Ringspieren
- Ringspinmachine
- Ringspoeltje
- Ringstaartmaki
- Ringstation
- Ringsteken
- Ringstuk
- Ringswijze, ringswijs
- Ringsynagoge
- Ringtang
- Ringvaart
- Ringvalk
- Ringvangen
- Ringvat
- Ringvergadering
- Ringvinger
- Ringvorm
- Ringvormig
- Ringvuur
- Ringwal
- Ringwond
- Ringworm
- Ringziekte
- Rink
- Rinkel
- Rinkelaar
- Rinkelbel
- Rinkelbloem
- Rinkelbom
- Rinkelen
- Rinkelhoepel
- Rinkellat
- Rinkelrooien
- Rinkelrooier
- Rinkelscheur
- Rinkelspel
- Rinkeltje
- Rinkelwerk
- Rinken
- Rinket
- Rinkhout
- Rinkinken
- Rinnen
- Rins
- Rinsheid
- Riolen
- Riolencapaciteit
- Riolering
- Riool
- Rioolarbeider
- Rioolband
- Rioolbuis
- Rioolgas
- Rioolgemaal
- Rioolkolk
- Rioolnet
- Rioolpijp
- Rioolpot
- Rioolput
- Rioolrat
- Rioolrooster
- Rioolruimer
- Rioolschuif
- Rioolspecie
- Rioolstank
- Rioolstelsel
- Rioolsysteem
- Rioolterriër
- Rioolvocht
- Rioolwater
- Rip
- Ripeness is all
- Ripolin
- Riposte
- Riposteren
- Rippen
- Rips
- Ripsbinding
- Ripsen
- Ripspapier
- Rira bien qui ie dernier rira
