Van Alexander tot Zeus Lexicon

Eric Moormann en Wilfried Uitterhoeve (2007)

Gepubliceerd op 08-03-2017

Pyramos & Thisbe

betekenis & definitie

Pyramos & Thisbe, een jongen en een meisje uit Babylon, zijn verliefd op elkaar, maar hun ouders willen niets weten van een huwelijk tussen de twee en verbieden hun elk contact. Ze kunnen met elkaar communiceren via een scheur in de muur die hun huizen scheidt.

Ze maken een afspraak voor een ontmoeting buiten de stadsmuren na zonsondergang bij een moerbeiboom. De als eerste gearriveerde Thisbe moet de vlucht nemen voor een leeuwin met bebloede bek, die er haar drinkplaats heeft. Ze verliest haar sluier, die door de leeuwin wordt verscheurd en met bloed bevlekt. Pyramos, die later arriveert, ziet deze bebloede sluier liggen, neemt aan dat Thisbe is gedood en stort zich in zijn zwaard. Ovidius beschrijft hoe door deze daad de witte vruchten van de moerbeiboom rood worden. Als dan kort daarop Thisbe terugkeert en het lijk van Pyramos ontdekt, stort ook zij zich in zijn zwaard.

De geschiedenis van Pyramos en Thisbe lezen we voor het eerst bij Ovidius, die het verhaal nadrukkelijk als ‘niet bekend’ presenteert. Het behoort tot het gedeelte van zijn verhalen dat al in de middeleeuwen herhaaldelijk is naverteld en bewerkt, bijv. door Chrétien de Troyes begin 12e eeuw, Boccaccio in Amorosa visione 1342 en Chaucer in The Legend of Good Women ca. 1386 en afzonderlijk ca. 1382-85. Chaucer is de bron voor een burleske navertelling door Shakespeare in A Mid-summer Night’s Dream 1595. In de toneelliteratuur zijn er verder stukken van Gryphius 1663 (Peter Squenz) en Matthews 1833; in het muziektheater opera’s van o.a. Rebel & Francoeur 1726 en voorts, op een libretto van Coltellini, van Hasse 1769, Rauzzini eveneens 1769 en Süssmayr 1793. Van de populariteit van het verhaal getuigt het figureren ervan in de door Arnim en Brentano samengestelde compilatie van Duitse volksliederen onder de naam Des Knaben Wunderhorn 1806-08.

De zelfmoord van Thisbe komt voor op wandschilderingen te Pompeii in de 1e eeuw n.C., nog geen vijftig jaar na Ovidius’ Metamorfosen. Het verhaal keert vooral terug in de schilderkunst van de Duitse renaissance: Deutsch ca. 1520, Baldung Grien ca. 1530 en Cranach ca. 1515-20. Poussin 1651 schildert in een landschap Thisbe vlak voor haar zelfmoord. Breenbergh 1645 en Hondius ca. 1660-65 (Museum Boijmans Van Beuningen Rotterdam), daarin voorafgegaan door Van Leyden in een gravure 1514, tonen de eigenlijke zelfmoord. Van Mander ontleent in zijn Wtleggingh 1604 aan het verhaal de tweevoudige moraal dat kinderen zich niet te snel en roekeloos mogen overgeven aan hun liefde, maar ook dat ouders de liefde van hun kinderen niet in de weg mogen staan.