Het woord laster heeft in het Nederlands een bijzondere en beperkte betekenis gekregen. Men verstaat er onder: het vertellen van leugenachtig kwaad over iemand met de bedoeling hem in zijn eer en goede naam aan te randen.
Een woord dat er ongeveer synoniem mee is, is eerroof.Vroeger en nu nog in het Duits had laster een wijdere betekenis. Het werkwoord dat er bij hoorde betekende: berispen en het zelfstandige naamwoord: schande, hoon. Vandaar de betekenis: ondeugd, zonde. In die betekenis worden laster en lasteren nu niet meer gebruikt, behalve in Godslastering. Daar is de oude betekenis: schimpen, honen bewaard gebleven.