Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 26-06-2020

Tabes

betekenis & definitie

(Lat., uittering), vroeger iedere uitterende ziekte; thans, zonder bijvoeging gebezigd, ruggemergtering. T. cerebraIis, ruggemergtering, waarvan de eerste verschijnselen zich in het gebied der hersenzenuwen vertonen.

T. combiné, T. dorsualis, waarbij niet alleen de achterstrengen, maar ook de zijstrengen zijn aangedaan. T.coxaria, atrophie van een been ten gevolge van coxitis; T. diabética (vgl. Diabetes), verschijnselen van tabes dorsalis bij suikerziekte. T. dors(u)aiis (dorsum, rug), ruggemergtering; syn. grijze ontaarding der achterstrengen, leucomyelitis chronica, ataxie locomotrice progressive. T.ergot ica, verschijnselen van tabes dorsalis bij ergotisme. T. van Friedreich, erfelijke ataxie.

T. i n f e r i o r, T.van de lagere gedeelten van het ruggemerg. T. lâctea (lac, gen. lactis melk), verzwakking en vermagering door overmatige afscheiding van melk. T. marantica, ruggemergtering met sterke vermagering. T. mesaráica s. mesentérica, „kliertering”, vermagering van kleine kinderen met zwelling en verkazing der buikklieren. T. pulmonális, longtering. T. saturnina (vgl.

Saturnismus), verval van krachten bij loodvergiftiging. T. scrofulósa, = T. mesaraica; vgl. Scrofulosis. T. spasmodique (Fr.), = spastische spinale verlamming (zie ald., Charcot). T. spasmódica, krampachtig), sclerose van de zijstrengen; zie Little. T. spinal is (spina, ruggegraat), = T. dorsalis. T. superior, T. van de hogere gedeelten van het ruggemerg.