1.= idiopathisch (zie ald.); tegenst. deuteropathisch;
2. (van zenuwdraden), de sympathische draden in de gevoelszenuwen, welke de doffe, niet zuiver gelocaliseerde gevoeligheid beheersen, die na doorsnijding van een zenuw het eerst terugkeert; vgl. Epicritisch (Head, 1905);
3. (van de zintuigen) de primitieve gewaarwording van de adaequate (zie ald.) prikkel zonder localisatie. Syn. Dyscritisch. — Pr. sensibiliteit, in hoofdzaak pijnzin, koude- en warmtezin, affectieve of vitale sensibiliteit.