namendwang (Magnan), die zich op drieërlei wijze uit:
1. de dwang, met een gevoel van angst gepaard, om een naam of een woord te zoeken;
2. gevoel van angst bij het lezen of uitspreken van bepaalde woorden of getallen;
3. (vgl. Onomatolalie) dwang om bepaalde, vieze of aan het bijgeloof ontleende uitdrukkingen uit te spreken.