(clinicus te Keulen, 1861—1938). Proef van M. (1886), ter onderscheiding van exsudaten en transsudaten: door toevoeging van 1—2 druppels azijnzuur wordt uit 2 cm3 exsudaat eiwit neergeslagen.
Bij een transsudaat zijn daartoe ten minste 4—5 cm3 nodig (vgl. Rivalta).