(Duits ziektekundig-ontleedkundige, 1849—1888). Cellen van L., lange, draadvormige cellen in de opperhuid, waarvan een gedeelte dikker is en uitlopers uitzendt (zenuwcel, bindweefselcel of pigmentloze pigmentcel).
Eilanden vanL. (1869), groepen van epitheliale cellen te midden van het interstitiële weefsel der alvleesklier.