nachtblindheid, ongevoeligheid van het netvlies voor geringe graden van verlichting, zodat het gezichtsvermogen in de schemering of ’s nachts verzwakt of opgeheven is (torpor retinae, ongevoeligheid van het netvlies volgens Donders); aangeboren, idiopathisch (zie ald.), d.i. zonder afwijkingen in het netvlies, of symptomatisch bij verschillende ziekten van het oog; vgl. Nyctalopie.
H. nougarienne (Fr.), erfelijkeH., zo genoemd naar Jean Nougaret (geb. 1637), die daaraan leed evenals vele zijner nakomelingen.