Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 26-06-2020

Génu

betekenis & definitie

(Lat.), knie.

1. in de ontleedkunde.
G. capsule intérnae, zie Capsula interna. G. córporis callósi, zie Corpus callosum. G. intérnum nervi facialis, inwendige kniebocht van de aangezichtszenuw.
2.in de ziektekunde. G. extrórsum (extra versus, buitenwaarts gewend). = G. varum. G. intrórsum (intro versus, binnenwaarts gewend), = G. valgum. G. recurvatum (Lat., naar achteren gebogen), overmatige strekking van het kniegewricht door verslapping van de achterwand der gewrichtsbeurs, de kruisbanden en de kniekuilspier. G. valgum (Lat., scheef), X-been, bakkersbeen, het naar binnen staan van het kniegewricht; syn. G.extrorsum. G. varum (Lat., krom), O-been, sabelbeen, naar buiten staan van het kniegewricht; syn. G. introrsum.

< >