versterf van weefsels of lichaamsdelen in het algemeen; oorspronkelijk alleen gebezigd voor het tijdperk, waarin de afstervende delen nog pijnlijk en heet zijn; heet gangreen. Het droge gangreen komt overeen met mummificatio (zie ald.).
G. bullosa serpiginósa, voortkruipend blazig versterf (Kaposi), huidziekte bij lijders aan suikerziekte; vorming van blaren aan de benen, met versterf op de bodem dier blaren. G. emphysematósa, gasgangreen, ontwikkeling van gas in het afstervende weefsel. G. nosocomialis, ziekenhuisversterf ; een door besmetting van wonden onder ongunstige omstandigheden in ziekenhuizen heersende wondziekte. G. p u I m ó n i s, longversterf, rottige ontbinding van het longweefsel. G. senilis, ouderdomsversterf aan de ledematen, gewoonlijk aan de tenen, door verminderde werkzaamheid van het hart en ontaarding der slagaderen. G. séptica (Samuel), vgl.
Putrescentia. G. symmétrica, symmetrisch versterf, het afsterven van symmetrische delen (vingerleden, oorschelpen, tenen, enz.) onder zenuwinvloed; vgl. Raynaud.