Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 26-06-2020

Fontanel

betekenis & definitie

(Ital. fontanella, fonteintje),

1. een kunstmatig, door gloeiend ijzer of trekpleister verwekte en (door het inbrengen van „fontanelerwten” of door prikkelende zalven en poeder) onderhouden zweer, tot „afleiding” van schadelijke stoffen; vgl. Exutorium. De oude heelmeesters brachten deze fontanellen dikwijls aan op het ontmoetingspunt van de kroonnaad en de pijlnaad, daarom heet ook dit fontanel.
2. de bij kleine kinderen nog niet verbeende plek daar ter plaatse op de schedel (grote fontanel), volgens Hyrtl zo genoemd als fons, bron van het hersenvocht, dat naar de oude voorstelling dikwijls bovenop de schedel als korsten indroogde.
3. de kleine fontanel, tussen het achterhoofds- en de wand beenderen.
4. de zijfontanellen, nl. de voorste, fonticulus sphenoidalis, begrensd door het voorhoofds- en wandbeen en de grote wiggebeensvleugel, en de achterste, fonticulus mastoideus, begrensd door het tepelgedeelte van het slaapbeen, het wandbeen en het achterhoofdsbeen.