(clinicus te Heidelberg, 1840—1921). Atrophie van E., juvenile vorm van E., dystrophia muscularis progressiva (zie ald.), vooral bij kinderen, die aan de schoudergordel begint.
Bovenste plexusverlamming van E., verlamming van de plexus brachialis. Vorm van E. (van de spastische spinale paralyse), veroorzaakt door lues spinalis, met blaas- en gevoelsstoornissen. Punt van E., zie Supraclaviculair punt (om de 5e en 6e halszenuw te electriseren). Symptoom van E., sterk verhoogde electrische zenuwprikkelbaarheid bij tetanie. Syndroom van E., myasthenia pseudoparalytica of bulbaire verlamming zonder anatomische afwijkingen. Ziekte van E.—Goldflam, myasthenia gravis pseudoparalytica. Ziekte van E.—Charcot, spastische spinale paralyse.