Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 26-06-2020

Enterítis

betekenis & definitie

darmonsteking, darmcatarrh. E. cýstica chrónica, slepende catarrh met vorming van kleine blaasjes in de klierzakken van het slijmvlies of de submucosa, wier uitmonding vernauwd of gesloten is.

E. diphthérica, hevige ontsteking met vorming van pseudomembranen (zie ald.), bij werkelijke diphtherie van de darm en dysenterie, ook nog bij sterke ophoping van darminhoud bij verschillende slepende en septische aandoeningen, bijv. uraemie, vergiftigingen, vooral met kwikzilver. E. folliculéris, darmontsteking, waaraan de darmfolliculi (zie ald.) en de hoopjes van Peyer deelnemen, welke door verettering in zweertjes veranderen. E. membranacea, = colica mucosa (zie ald.), Fr. entérite glaireuse. E. noduliris (Orth), darmonsteking, waarbij de zwelling der kliertjes een eigenaardige hobbeligheid van het darmslijmvlies teweegbrengt. E. phlegmonósa (submucósa purulénta), etterige ontsteking van de darmwand. E. polypósa, darmcatarrh met sterke woekering van het bindweefsel, zodat grote uitgroeisels worden gevormd.

E. r e g i o n a I i s (Lat. regio, streek), ontsteking op de overgang van de dunne darm in de dikke. E. ulcerósa, darmontsteking met grote, ondiepe zweren.

< >