(histoloog te Wenen, 1842—1925). Dentinefibrillen van E., fijne onverkalkte vezeltjes in de dentine.
Beenfibrillen van E., soortgelijke vezeltjes in het tandcement. Klieren van E., eiwitklieren; sereuse klieren van het tongslijmvlies, die een sereuse, veel eiwit bevattende, vloeistof afscheiden.