ontsteking der huid. D. atrophicans maculósa, = atrophia cutis maculosa.
D. bullósa, D. met vorming van blaren. D. calórica (caIor, warmte), huidontsteking door warmtestralen, gletscherbrand. D. coccógenes, = impetigo contagiosa. D. contusifórmis, = erythema nodosum. D. d ys menorrhóica (vgl. Dysmenorrhoea), huiduitslag, die soms de verschijnselen van dysmenorrhoea begeleidt.
D. exfoliativa neonatorum (vgl. Pemphigus neonatorum; syn. febris bullosa). D. fibrinósa (Moro), ontsteking der huid van het aangezicht met uitzweting van vezelstof, welke stolt; vaak samengaande met stomatitis aphthosa. D. herpetiformis (Dühring), slepende ziekte der huidzenuwen, waarbij met tussenpozen van verschillende duur een min of meer algemene uitslag van erythemato-bulleuse aard in wisselende vormen, met jeuk en brandend gevoel te voorschijn komt. Syn. hydroa, dermatite polymorphe douloureuse chronique ä poussées successives. D. neurotica essentialis, glimhuid, voedingsstoornis der huid door ontsteking of letsel van zenuwen, waardoor de huid, vooral van de vingers en tenen, eerst rood en glimmend, daarna wasbleek, dun en dor wordt; syn. liodermia essentialis, peau lisse, glossy skin.
D. noduléris necrotic a, papulo-neurotisch tuberculide. D. papilléris capillitii (Kaposi), huidziekte met ruwe, bleekrode, gekloofde gezwellen in de nek; syn. acnekeloide, folliculitis nuchae scleroticans, sycosis framboesiformis. D. photoeléctrica, D. door electrisch licht. D. psoriatifórmis nodularis, = pityriasis lichenoides, zie Jadassohn, Aanhangsel. D. venenita, vergifdermatitis, door inwerking van vergiftige planten, sumak, primula obconica, enz. D. verrucósa, verruqueuse huidwoekering met een atrophische genezende plek in het midden; een schimmelziekte.
Syn. Chromoblastomycósis.