Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 26-06-2020

Delfrium

betekenis & definitie

(Lat., CeIsus), het raaskallen, razen, wat handelingen en denkbeelden betreft; als vorm van krankzinnigheid hetzelfde als manie; bovendien, als voorbijgaand verschijnsel van koortsige ziekten of vergiftigingen, het ijlen. D. acútum, plotseling uitbrekende razernij, die snel geneest of met de dood eindigt. (D. furibundum).

D.alcohólicum, = D. tremens. D. convérgens, waarbij al wat geschiedt door de zieke wordt „geconvergeerd”, samengebracht op zijn eigen persoon als middelpunt, als tegen hem gericht. D. cordis, razende, volkomen onregelmatige hartwerking. D. epilépticum (postepilépticum), maniacale opwinding, voorbijgaand als gevolg van een epileptisch toeval, of met tussenpozen voorkomend in de plaats van toevallen. D. ex inanitióne, uitputtingsdelirium, meestal na afloop van koortsige ziekten. D. febrile, koortsdelirium, het ijlen bij koorts. D. furibündum, razernij. D. hallucinatórum, delirium met zinsbegoochelingen, stoornis van het bewustzijn en stijfheid der spieren. D.metabólicum, de waan, dat „alles anders” is; bij paranoia en manie (Mendel). Deliria mussitantia (mussito, murmelen), mompeldelirium, waarbij de zieke onophoudelijk onverstaanbare woorden mompelt. D. palingnósticum, delirium, waarbij de zieke meent werkelijke of gewaande vroegere toestanden opnieuw te beleven (Mendel). Deliria placida (placidus, rustig), rustige deliria zonder opwinding (hieronder D. mussitans). D. tremens s. potatórium s. alcohólicum, drinkerswaanzin, acute stoornis van de geest met beneveling van het bewustzijn, verwardheid wat tijd, plaats en personen betreft, snel opeenvolgende zinsbegoochelingen, het zien van kleine of angstwekkende dieren (vgl. Micropsie, Zoöpsie) en eigenaardige beving.

< >