(Fr., vgl. crisis), ziekteverschijnselen, die zich ais aanvallen voordoen, bijv. C. clitoridiennes, kittelaarcrises, met wellustgevoel en slijmafscheiding uit de schede, verschijnselen van ruggemergstering.
Crises gastriques, maagcrises, met hevige maagpijn en braking. Crise hystérique, de aanvallen van zenuwverschijnselen bij hysterie. C. laryngées, strottenhoofdcrises (Charcot) met benauwde ademhaling, gevoel van stikking, kwellende hoest. Cr. nitritoides, bijwerkingen, die soms na inspuiting van salvarsaan worden waargenomen. Cr. noires, maagcrises, die met bloedbraking gepaard gaan. C. oculog y r i q u es, aanvallen van rollende bewegingen der ogen naencephaiitis.
C. pharyngées, siokdarmcrises met pijnlijke slikbewegingen. C. viscérales, ingewandscrises met pijnen in de blaasstreek, uitstralend naar de nieren, het mannelijk lid, de dijen.
