Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 25-06-2020

Cathóde

betekenis & definitie

de electrode, waardoor de positieve electrische stroom de geleider verlaat, de negatieve electrode of negatieve pool. C. stralen, stralen, die in buizen van Crooke en dgl. van de cathode uitgaan, en, hoe ook de anode geplaatst is, rechtuit naar de overzijde van de buis gaan; waarschijnlijk bestaan zij uit stoffelijke deeltjes, die met negatieve lading van de cathode afgeslingerd worden (vgl.

Electronen). C. schok, spierschok (spiercontractie), die ontstaat, als men de cathode, als prikkelingselectrode, op een spier plaatst (cathodesluitingsschok, C. S. S.), of daarvan verwijdert (cathodeopeningsschok, C. O. S.), of wel terwijl men de electrische kringloop sluit of breekt, terwijl de anode op een willekeurige andere plaats met het lichaam in aanraking blijft; vgl. Anode.

< >