(arts te Londen, 1816—1892). Schijfjes van B., de schijfjes, waarin dwars gestreepte spiervezels zich verdelen, als zij met verdunde zuren worden behandeld.
Klieren van B., tubuleuse klieren in het reukslijmvlies. Kapsel van B., omgeeft elk nierkluwentje. Membraan van B., = membrana elastica ant. van het hoornvlies. Sonde van B., voor het traankanaai.