Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 25-06-2020

Aorta

betekenis & definitie

kloppende ader (Aristoteles), de grote lichaamsslagader, die uit de linker hartekamer naar boven gaat (A. ascéndens) naar rechts boven, dan ombuigt (Arcus Aortae, aortaboog) naar links en langs de wervelkolom afdaalt (A. descéndens thoracica), door het middenrif naar de buikholte (A. descéndens abdominalis) tot de vierde lendenwervel, waar zij zich verdeelt in de twee arteriae iliacae communes, terwijl de middelste heiligbeensslagader de rechte voortzetting is. A.-insufficientie, gebrekkige sluiting der A. kleppen (zie Valvulae semilunares).

A. primitiva, gepaarde slagaderen langs de voorzijde van de oorspronkelijke wervels van de vrucht. A.-spleet, zie hiatus aorticus. A.-stenóse, vernauwing der aorta. A.-toon, de eerste en tweede toon, die boven de oorsprong der aorta (in de tweede rechter tussenruimte) worden gehoord.

< >