Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 25-06-2020

Anulus

betekenis & definitie

(verkleinvorm van anus), ring (bijv. nw. anulatus, ringvormig). A. arthriticus, jichtring, de verwijde venae ciliares anteriores bij groene en grijze staar; vgl.

Ophthalmia arthritica. A. conjunctivae, bindweefselachtige, zich boven de omgeving verheffende kring aan de rand van het hoornvlies, die het randlissennet bevat. A. femoralis ext., int., uitwendige, inwendige dijring, de beide openingen van het dijkanaal. De inwendige wordt begrensd door het ligamentum lacunare, de schede der dijvaten, de fascia pectinea en de liesband; de uitwendige omvat de fossa ovalis (zie ald.). A. fibro-carti lag ineüs, de verdikte rand van het trommelvlies. A. fibrósus, bindweefselachtige ring aan de grens van de kamers en de boezems van het hart, waarvan de kleppen hun oorsprong nemen.

Ook de buitenste ring van de tussenwervelschijf. A. haemorrhoidalis, „aambeienring”, de kringvormige, door de sluitspier van de aars gevormde verheffing van het aarssiijmvlies. A. inguinalis ext., int., uitwendige, inwendige liesring; de uitwendige (subcutane, mediale), een opening in de uitwendige schuine buikspier, ligt boven het mediale einde van de band van Poupart onder de huid, de inwendige (laterale, abdominale) is de ingang van de buikholte in de uitgestulpte processus vaginalis peritonei. A. iridis major et minor, de bredere ring van het regenboogvlies, die aan de ciliaire rand grenst, en de smallere nabij de pupilrand. A. migrans (migro, rondtrekken), ronde rode kringen op de tong; zijn er veel, dan noemt men dit landkaarttong (zie Lingua geographica); zie ook Tinea tonsurans. A. tendfneus(Zinnii), peesring; bindweefsel der oogkas, waaraan de pezen der oogspieren zijn verbonden. A. tympanicus, trommelholtering, de pars tympanica van het slaapbeen bij de foetus, die een naar boven open ring vormt.