Verklarend woordenboek Nederlands-Indië

Pieter Johannes Veth (2003)

Gepubliceerd op 15-08-2017

Wetanger 1

betekenis & definitie

Wetanger [Javaan van beoosten Bantam]. In de Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch-Indië, N.V., deel I, wordt, in een rapport over de staat van Bantam in 1786, op p. 147 gewag gemaakt van Wettangers of Compagnies-onderhorigen. De redactie tracht dit woord in een noot te verklaren en noemt het ‘een bastaardwoord ontleend aan Wettang (wetan), het Oosten, zoodat Wetangers "menschen uit het Oosten" zou beteekenen.’ Die verklaring is echter zeer onvoldoende. Waar komen die oosterlingen vandaan? Waarom wordt in een land waar Makassaren, Boeginezen, Timorezen, Alfoeren, Papoea’s en ik weet niet hoeveel stammen meer, terecht ‘oosterlingen’ kunnen genoemd worden, die naam in het bijzonder geschonken aan een klein deel van de bevolking, dat er bezwaarlijk een speciaal recht op hebben kon?

Wij weten thans beter wat in de tijd van de Compagnie de Wettangers of liever Wetangers waren, uit het Resumé van het onderzoek naar de rechten van den Inlander op den grond in Bantam, p. 3. Ziehier wat wij daar lezen: ‘Zij waren tot zekere straffen veroordeeld en gehouden tegen de zeeroovers en ander kwaad volk in Straat Soenda en langs de kusten te kruisen, omtrent de schepen te rapporteeren en andere zware diensten te doen, hetgeen ten gevolge had dat velen zich daaraan onttrokken, door zich in de bovenlanden te vestigen. Zij waren verplicht nabij St. Nikolaaspunt te wonen.’

De toestand van deze Wetangers schijnt mij verklaard te moeten worden uit het inlands recht, volgens hetwelk schuldenaars die hun schulden niet kunnen betalen, ter voldoening daarvan tot lichamelijke diensten ten behoeve van hun schuldeisers verplicht worden, en dus in een staat van onvolkomen slavernij verkeren. Men noemt zulke pandelingen orang beroetang of orang oetangan, en uit dit laatste woord schijnt wetanger verbasterd. Zij zullen dus als het ware pandelingen van de Compagnie zijn geweest, haar door de rechter toegewezen om door persoonlijke diensten de boeten of andere straffen te vervangen, hun wegens misdrijven opgelegd.