een hoge dunk van iets/iemand
Met hun ijver om ter kerk te loopen, hunne confrérieën en geestelijke genootschappen, had hij het niet hoog op, en hij legde het hun voor: 'Wat is ze weerd uwe godsvereering, als zij geschiedt uit belang, om stoffelijke voordeelen te bekomen, uit vrees omdat gij onder Gods vlegel ligt en gedorschen wordt, als uwe godsvrucht uiteenwaait als kaf voor den wind, zoo gauw de bradheid bovenkomt, gij ter kerk uitloopt wanneer de duivel zijne tent opslaat, er uw wellust involgt en uwe ziel aan de verdoemenis overgeeft!'
(Stijn Streuvels, Alma met de vlassen haren)
Belgisch-Nederlandse Standaardtaal
Gepubliceerd op 21-07-2020
het hoog ophebben met iets/iemand
betekenis & definitie