vlegel
Het begrip vlegel heeft 2 verschillende betekenissen: 1) dorsvlegel. 2) vlerk; kwajongen.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip vlegel heeft 2 verschillende betekenissen: 1) dorsvlegel. 2) vlerk; kwajongen.
Wiktionary (2019)
vlegel - Zelfstandignaamwoord 1. een dorswerktuig 2. een lompe vent Woordherkomst Afkomstig uit het Latijn: flagellum> (W)-Germaans *flegil.
Marc de Coster (2007)
baldadige jongen; onbeschofte kerel. Reeds in de zeventiende eeuw als scheldwoord voor een gemene kerel. ... gy, lompe vlegels... (Jacob Campo Weyerman, De Rotterdamsche Hermes, 1720) De vlegel! De ploert! Ik! Ik moet maar alles slikken. Mij zegt maar iedereen alles! (Louis Couperus, De boeken der kleine zielen, 1901-1903) Verdomde vlegel, moet i...
Getty Research Institute (1990)
vlegel - Werktuigen bestaande uit een houten stok of steel, aan het uiteinde waarvan een dikkere en kortere stok, de zwengel, zodanig is bevestigd dat hij vrij kan draaien. Ze worden gebruikt om koren te dorsen.
drs. L.A. Beeloo (1981)
1. dorsvlegel, gereedschap om met de hand te dorsen; 2. iemand die zich lomp en onbeschoft gedraagt.
Fa. A.J. Osinga (1952)
s.; (dorswerktuig), fleijel, fleile fleal(j)e, flalje, flaljeklap, kneppel, swingel; (kwajongen), bongel.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), 1. lange stok, met een andere korte dikke stok aan het einde er van beweeglijk bevestigd, dienende om koren te dorsen; 2. (fig.) lomperd, onbeschofte vent; — baldadige opgeschoten jongen. VLEGELTJE, o. (-s).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: