Definities van Typisch Vlaams woordenboek in de Ensie H
- haagschaar
- haagschool houden
- haarkliever
- haartooi
- haast en spoed is/zijn zelden goed
- hakbijlcomité
- halfopen bebouwing
- hallucinant
- halve fond
- halve gast
- halvelings
- hamerslingeren
- handelsfonds
- handspel
- handtekenen
- hangar
- hartenklop
- hartsgrondig
- havenkapitein
- heelkundig
- heenronde
- heimelijk
- heirbaan
- heirkracht
- helling
- heraanleggen
- herbekijken
- herborist
- herbronnen
- herdenken
- herdoen
- herleiden
- hernemen
- herneming
- heropvissen
- hersteldienst
- herstelling
- hervallen
- herwerken
- hesp
- hespenspek
- hespenworst
- het
- het (goed) stellen
- het afstappen
- het aftrappen
- het autosalon
- het bed maken
- het bijzonderste
- het eens raken
- het gaat erin al koekenbrood
- het gaat niet op om/dat
- het gedacht
- het gelijkvloers
- het goed/slecht voorhebben
- het gras afdoen
- het groot lot
- het grootste part
- het halen van
- het hangt mijn voeten uit
- het heeft geen naam
- het hol van Pluto
- het hoog in je ster hebben
- het hoog ophebben met iets/iemand
- het hoogste/bovenste schavotje
- het is (niet) aangewezen
- het is aan mij/jou
- het is geen lacheding
- het is juist
- het is klaar dat
- het is koekenbak
- het is koekenbak tussen ons
- het is maar dat …
- het is nog niet voor morgen
- het is van … geleden dat
- het is werkendag
- het jaar stillekens
- het keren van de jaren
- het kind uithangen
- het kotsbeu zijn
- het kraam
- het laken naar je toe trekken/halen
- het lastig hebben
- het ligt er vingerdik op
- het ligt op mijn lever
- het moeten uitzweten
- het mooie weer maken
- het niet lang meer trekken
- het niet lang trekken
- het niet onder de markt hebben
- het noorden verliezen
- het officieel onderwijs
- het officiële/vrije net
- het pikt
- het potje gedekt houden
- het raden hebben naar iets
- het risico op
- het spek aan je been hebben
- het spel is/zit op de wagen
- het staat (nog niet) op punt