aan elkaar
De straten stonden blank, in de goten waren de hagelstenen aaneengeklit tot een papperige ijsmassa en uit de zware lucht viel hier en daar nog een verdwaalde druppel.
(Stefan Brijs, Kruistochten)
Hij vroeg zich af hoe andere schrijvers dat deden, iemand als Withof bijvoorbeeld, die oude sachem die moeiteloos woorden en zinnen aaneenreeg tot onnavolgbaar, pakkend proza.
(Ward Ruyslinck, De claim van de duivel)
In het Belgisch-Nederlands worden veel werkwoorden gebruikt die beginnen met 'aaneen': aaneenflansen, aaneengrenzen, aaneengroeien, aaneenhangen, aaneenklitten, aaneenkoppelen, aaneenlassen, aaneenlijmen, aaneennaaien, aaneennagelen, aaneenplaatsen, aaneenplakken, aaneenrijgen, aaneensmeden en aaneenvoegen. In het Nederlands-Nederlands wordt een werkwoord vaker gecombineerd met 'aan elkaar', of er wordt een samenstelling gevormd met 'samen'.
Belgisch-Nederlandse Standaardtaal
Gangbaarheid: 5
Vlaamsheid: 1
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk