Een door Nederlandse kunstschilders in de zeventiende eeuw uitgedachte techniek om schilderstukken op canvas zogenaamd te ‘verdoeken’: een linnen doek wordt aan de achterkant bestreken met een verhit mengsel van was en hars, en daarna met een strijkijzer op het canvas geperst. De nog hete substantie penetreert via de achterzijde tot de bovenste verflagen aan de voorkant van het schilderij, en daardoor worden losse verf deeltjes weer onzichtbaar aan het canvas vastgehecht.
Deze ‘Hollandse methode’ wordt nog steeds toegepast.