Technische encyclopedie

Winkler Prins (1975)

Gepubliceerd op 23-01-2025

FORNUIS

betekenis & definitie

(Fr .: cuisinière; Du.: Kochherd; Eng.: cooker), huishoudelijk toestel voor het warmhouden, koken, bakken, braden en grilleren.

De temperaturen bij warmhouden reiken tot ca. 90 °C, bij koken tot 100 °C, bij bakken tot ca. 225 °C, bij braden tot ca. 250 °C; bij dergelijke temperaturen vindt ook grilleren plaats. Energievoorziening vindt plaats in de vorm van elektriciteit, gas of beide; bij de laatstgenoemde vorm wordt het kookgedeelte met gas en het ovengedeelte elektrisch gevoed. De ovenruimte kan automatisch worden gereinigd, bijv. via een katalytisch of een pyrolitisch proces.

Elektrisch fornuis.

Het kookgedeelte kan zijn uitgevoerd in de vorm van kookplaten, kookspiralen of een vlakke keramische plaat. De kookplaat of ringkookplaat is een schijfvormig dunwandig gietijzeren lichaam; in de onderzijde zijn gloeispiralen aangebracht, ingebed in een keramische massa. De kookspiraal of gesloten straalkookplaat is een spiraalvormig gewonden buis waarin de gloeispiraal ingebed ligt in een keramische massa. De vlakke keramische plaat kan bestaan uit één plaat die de gehele bovenzijde van het fornuis bedekt en waarin zijn aangebracht bijv. vier gloeispiralen bestemd voor vier kookplaten.

Het ovengedeelte voor het elektrische fornuis bevat veelal een verwarmingslichaam zowel in de boven- als in de onderwand. Sinds enkele jaren is ook een andere wijze van verwarmen tot ontwikkeling gekomen, overgenomen van professionele ovens, waarbij verwarmde lucht in de ovenruimte met behulp van een ventilator in de achterwand circuleert. De warmteoverdracht bij deze oven vindt geheel plaats door convectie; bij de elektrische oven met verwarmingslichamen vooral door straling. De temperatuurregeling vindt bij een elektrische oven thermostatisch plaats.

Magnetronoven.

Deze vindt nog weinig toepassing in de particuliere huishouding, maar is reeds veel in restaurants enz. in gebruik als zelfstandige oven. Elektromagnetische trillingen met een frequentie van 2,450 × 109 Hz, bij andere toestellen van 0,915 × 109 Hz, dringen binnen in het gerecht ter diepte van hun golflengte en brengen aldaar de water(houdende)moleculen in trilling. De warmteoverdracht vindt door straling plaats, maar de warmte wordt in het gerecht ontwikkeld; een extra aangebrachte gloeibuis kan het gerecht een bruin korstje geven.

Gasfornuis.

Het kookgedeelte is vaak uitgerust met vier branders, werkend volgens het systeem van Bunsen. De warmteoverdracht naar de panbodem vindt vooral plaats door convectie. Een thermostatische temperatuurregeling is in principe mogelijk. Het ovengedeelte van het gasfornuis heeft aan de onderzijde een brander uitgerust met een groot aantal vlamgaatjes; door de constructie wordt de warmteoverdracht door convectie en door straling zo gelijkmatig mogelijk over het oppervlak verdeeld. De temperatuurregeling vindt bij de tegenwoordige ovens plaats met een modulerende thermostaat; de vlammen doven dus niet tijdens het gebruik. Gasovens dienen beveiligd te zijn tegen het uitstromen van onverbrand gas. De ontsteking van kook- en ovengedeelte kan plaatsvinden met de hand met een waakvlam of een inrichting voor het opwekken van elektrische vonken.

< >