Technische encyclopedie

Winkler Prins (1975)

Gepubliceerd op 10-01-2025

FASECOMPENSATOR

betekenis & definitie

(Fr.: compensateur de phase; Du.: Phasenschieber; Eng.: phase compensator), in de algemene betekenis een element in een elektrisch netwerk voor wisselstroom dat tot doel heeft de fasehoek tussen de netspanning en de stroom die andere elementen in dit net opnemen te verkleinen. Het transport van een gegeven elektrisch vermogen naar deze elementen vergt daardoor een kleinere stroom, zodat het ‘jouleverlies’ beperkt blijft, ook in de toevoerleidingen.

In de techniek der elektrische machines duidt de term fasecompensator in engere zin die machines aan, die in combinatie met asynchrone machines worden gebruikt om de arbeidsfactor van het geheel te verbeteren. Bij sleepringankermachines kan men dit doel (o.a.) realiseren door op de sleepringen een spanning van de juiste amplitude, fase en frequentie aan te sluiten; zodoende kan men bereiken dat de magnetiseringsstroom, normaal een bestanddeel van de statorstroom, gedeeltelijk via de sleepringen aan de rotor wordt geleverd. Draait een 2p-polige asynchrone machine met de hoeksnelheid ωm, dan moet de aan de sleepringen toegevoerde spanning de slipfrequentie f2 = sf1 hebben, met f1 de netfrequentie,

s = (ω m) en ω = 2𝜋f1.

Er zijn verschillende machines die het zojuist geformuleerde principe verwezenlijken (zie Draaistroomcommutatormachine). Het meest worden toegepast:

1. fasecompensator van Leblanc: een rotor als in een normale draaistroomshuntmotor, draaiend binnen een stator in de vorm van een holle cilinder van gelamelleerd ijzer zonder wikkeling;
2. commutatorfrequentieomzetter (zie Frequentieomzetter); in dit geval wordt deze aangedreven door de te compenseren machine, terwijl bovendien de borstels op de collector elektrisch zijn verbonden met die op de sleepringen van de asynchrone machine (aan beide stellen borstels ontstaan spanningen met dezelfde frequentie).

Waar verschillende asynchrone machines op dezelfde tak van het net zijn aangesloten kan men de fasecompensatie even effectief realiseren door parallel aan de machines een batterij condensatoren te installeren of door een synchrone machine, nadat deze door een kleine hulpmotor op toeren is gebracht en met het net gesynchroniseerd, onbelast te laten meedraaien met een zodanige bekrachtiging, dat zij zich vanuit het net beschouwd als een condensator gedraagt. Men zegt dan wel dat de synchrone machine (omdat ze geen reëel vermogen levert wel met ‘wattloze elektrische machine’ betiteld) ‘inductief blindvermogen’ (een betere term is reactief vermogen) levert aan de asynchrone machines.

< >