(Fr. file de palplanches); Du.: Spundwand; Eng.: pile planking), wand verkregen door het goed sluitend aaneenbrengen, door middel van in de grond heien, pulsen enz., van damplanken van hout, gewapend beton, kunststof of staal. Damwanden worden toegepast voor tijdelijke of blijvende kering van water of grond.
Zeer oud is de toepassing van een houten damwand bij de uitvoering van onder de waterspiegel gelegen funderingen.Bij een damwand van gewapend beton hebben de damplanken of -palen een dikte van 10...50 cm. Bij zware damwanden worden messing en groef trapeziumvormig gemaakt, de messing korter dan de diepte van de groef; de tussenruimte wordt na het inheien schoon gespoten en met beton gevuld. Bij de stalen damwand sluiten de profielstalen planken in elkaar met een aangewalst of een los slot, met klauw en kraal of met doken. Een los slot wordt op de ene plank plaatselijk hydraulisch vastgeklemd of autogeen daaraan gelast. Vooral stalen damwanden zijn gemakkelijk grond- en zelfs waterdicht te maken.