in de bodemkunde de verhouding van het massagehalte koolstof C tot dat van stikstof N van organische stof in de grond. Deze stof wordt daar omgezet tot verbindingen waarvan de C/N-verhouding afneemt naarmate de humificatie voortschrijdt, totdat milde humus is ontstaan met een C/N-quotiënt van 10...15.
Is bij toegevoegde organische meststof het quotiënt hoger dan 20, dan wordt bij het afbreken door micro-organismen veel stikstof uit de grond vastgelegd, waardoor het gewas stikstofgebrek krijgt.