Technische encyclopedie

Winkler Prins (1975)

Gepubliceerd op 23-12-2024

BRUG (scheepsbouw)

betekenis & definitie

(Fr.: passerelle; Du.: Brücke; Eng.: bridge), verhoogd deel van een schip, van waaruit wordt gestuurd, genavigeerd en gecommandeerd. Bij grotere schepen is een hoog gelegen brug noodzakelijk om het gehele schip te kunnen overzien.

Een moderne brug van een mail- en koopvaardijschip omvat thans een veelheid aan apparatuur zoals stuurstand met stuurrad en roerstandaanwijzer, machinetelegraaf, bedieningsorganen voor machine(s), radar, log, echolood, slagenteller, radiotelefoon, radiozend- en -ontvangapparatuur, dochterkompas van het gyrokompas, controlepanelen voor rook- en brandmelders, kaartentafel enz. Te verwachten is dat ook de gehele controle van de machine in de toekomst van de brug af plaats zal kunnen vinden.

Bij de oorlogsmarine onderscheidt men de commando- of navigatiebrug voor het navigeren van het schip, de daarboven gelegen admiraalsbrug van waaruit de vlootvoogd andere schepen commandeert, en de noodbrug van waaruit genavigeerd wordt bij uitvallen van de commandobrug.

< >