(Fr.: métal en feuilles; Du.: Blattmetall, Folie; Eng.: (metal) foil, leaf metal) of: metaalfolie, door walsen of uithameren verkregen uiterst dunne metaalplaat. Voorbeelden zijn bladgoud, gemaakt uit vrijwel zuiver goud, dat zeer zacht is; het laat zich tot dikten van 0,001 μm uitpletten en wordt o.a. gebruikt voor bladvergulden en stempelen van boekbanden met gouddruk.
Voor bladzilver geldt hetzelfde, mits zeer zuiver zilver wordt gebruikt. Bladtin is uitgewalst zuiver tin, vroeger onder de naam stanniol of onder de foutieve naam zilverpapier gebruikt als verpakkingsmateriaal voor chocolade enz. Het is voor dit doel geheel verdrongen door bladaluminium (zie Aluminiumfolie). Bladlood, minimale dikte tot ca. 0,01 mm, werd (in grotere dikten) vroeger veel gebruikt voor het bekleden van kisten waarin thee werd verpakt (theelood); thans voor flessecapsules (capsulelood). Bladkoper (koperfolie of latoenkoper), tot ca. 0,01 mm, is een normaal handelsprodukt, zowel voor zuiver koper als voor koper-zink-legeringen (messing). Bladzink is verkrijgbaar tot minimaal 0,5 mm. Bladstaal wordt aangeduid als bandstaal of breedband. Blik is vertind of verchroomde dunne staalplaat.