(Fr.: technique de reliure; Du.: Bindereitechnik; Eng.: bindery technics), werkwijze voortgekomen uit het handwerk van de boekbinder; daartoe behoort naast het boekbinden zelf ook de vervaardiging van schriften, schrijf- en tekenblokken en ander verzamelwerk van afgepast blad- of velvormig materiaal; ook het snijden, stansen, perforeren, ponsen, vouwen, vergaren, nieten, lassen, naaien en rillen van genoemde materialen behoren tot de sector van de binderijtechniek. Tevens behoort ertoe de kartonnage-industrie (vervaardiging van mappen, dozen, étuis, postpapier, enveloppen, papierwaren voor opbergsystemen, cadeauartikelen enz.).
Boekbinden is al eeuwenlang verbonden met het drukken van boeken, maar werd al vóór de uitvinding van de boekdrukkunst toegepast voor het bijeenhouden van handschriften. Meegroeiend met de grafische druktechniek heeft de binderijtechniek zich ontwikkeld tot: de drukkerijbinderij, de brocheerderij, de uitgaafbinderij, de kantoorboekbinderij en de particuliere binderij.
Drukkerijbinderij, een afdeling voor handelsdrukwerk en gedrukte periodieken.
Brocheerderij, voor brochures; men maakt daarbij onderscheid tussen genaaide; geniete (meest voorkomend) en garenloos gebonden brochures. Over het algemeen zijn brocheerderijen in hoge mate gemechaniseerd en zelfs geautomatiseerd, hetgeen dan aanleiding is tot het vormen van produktiestraten. De samenstelling van een binderijstraat komt in hoofdzaak neer op een min of meer doelgerichte keuze uit de bestaande mogelijkheden van apparatuur voor het snijden, vouwen, plakken, insteken, hechten enz.
Uitgaafbinderij, voor het binden van partijen boeken; een uitgaafbinderij is zover mogelijk gemechaniseerd en bindt de boeken hoofdzakelijk hetzij als zgn. bandzetters of als brochures. Het kenmerkende van bandzetters is dat boekblok en boekband afzonderlijk worden klaargemaakt en later worden samengevoegd (in de band gezet). Een uitgaafbinderij bestaat uit de volgende vier afdelingen.
1. In de afdeling vellenwerk wordt het te binden drukwerk plano (niet gevouwen
vellen) opgeslagen en eventueel doorgesneden tot vouwvellen van 4, 8 of 16 pagina's. Ook worden eventueel schutbladen op vouwmaat gesneden. In dezelfde afdeling worden de vellen gevouwen tot katerns, en worden in te voegen platen en schutbladen gevouwen, heeft het opplakken van schutbladen en platen plaats of worden platen en vellen zonodig in de katerns gestoken, waarna het vergaren tot boekblokken volgt en het collationeren (nazien van de katerns). Tenslotte wordt tot het naaien van de boeken overgegaan.
2. De afdeling voor het afwerken van het boekblok verzorgt het lijmen en het snijden van het boekblok, het aanbrengen van de sneeversiering en het rondzetten, knepen en kapitalen en overlijmen van het boekblok.
3. In de afdeling voor het maken en bedrukken van boekbanden worden de borden, de inlegrug en de bekledingsstof toegesneden, wordt de boekband samengesteld en bedrukt en kan rondzetten van de boekbandrug plaats vinden.
4. In de afdeling voor het in de band zetten van het boekblok wordt het boekblok aan voor- en achterzijde aangesmeerd en in de band gezet en worden de boeken opgestapeld in een pers. Na het drogen (onder druk) volgt het inbranden van de kneep (door middel van verwarmde schenen), eventueel wordt reclame ingelegd, waarna verpakking plaatsheeft.
Kantoorbinderij, bij de professionele binders ingericht voor: liniëren, kantoorboekbinden, vervaardiging van kartonnagewerk en losbladige systemen, en eventueel het lassen van kunststoffen. Daarnaast komen ook kantoorbinderijen voor die uitsluitend voor eigen bedrijf werken en hoofdzakelijk ingericht zijn op snijden, boren, perforeren, alsmede op ring- en/of garenloos binden van kantoordrukwerk, dossiers, rapporten en computeroutput.
Particuliere binderij, voor handbinden en voor het versieren van boekband en boekblok met de hand (vergulden, marmeren).
Aansluiting bij de rotatiedrukpers is een noodzakelijk streven voor de uitgaafbinderij, waar grote oplagen verwerkt moeten worden. In het algemeen komt men daarbij tot oplossingen, waarbij banen, die van schoon- en weerdruk zijn voorzien, in de lengte worden doorgesneden op de breedte van één pagina. De deelbanen worden zodanig geleid, dat ze passend op elkaar komen te liggen. Ze kunnen dan garenloos gehecht, dwars-gesneden en verzameld uitgelegd worden.
Een moeilijkheid bij directe aansluiting van de boekbinderij bij de rotatiedrukpers bestaat hierin, dat de pers direct over de gehele omvang van druk genomen moet worden, wanneer een pagina onvolledig of niet gedrukt wordt of wanneer de papierbaan scheurt.