Technische encyclopedie

Winkler Prins (1975)

Gepubliceerd op 23-12-2024

BEBAKENING

betekenis & definitie

(Fr.: balisage; Du.: Bebakung; Eng.: beaconing), het aanbrengen van herkenningspunten (bakens, merken) op het aardoppervlak, die bij de navigatie van schepen en/of vliegtuigen worden gebruikt om de positie te bepalen. Als zodanig kunnen worden gebruikt kenmerkende punten op de grond, zoals kerktorens.

Andere bakens zijn speciaal aangebracht, bijv. vuurtorens en radiobakens, welke vooral van belang zijn voor de navigatie tijdens slecht zicht of boven/op zee.Voor de scheepvaart dienen bakens voor het aangeven van een vaarwater, alsmede van in zee of in de vaarwaters aanwezige gevaren. Deze bakens worden op de oevers, op banken of in ondiepe gedeelten van het water alleen of paarsgewijs opgericht. Door paarsgewijze opstelling wordt een vaarrichting aangegeven; twee bakens ineen geven de koers aan die een veilige vaart door het diepste gedeelte van het vaarwater waarborgt. Op de bovenrivieren geven palen, waaraan met de punt naar boven of naar beneden spits toelopende rood, wit en blauw geschilderde korven, die zijde van het vaarwater aan, die de schepen moeten houden. Paarsgewijs geplaatste bakens geven een oversteekplaats aan. Op de uiteinden van in de rivier, soms onder water, stekende kribben of dammen worden kribbakens geplaatst (paaltjes met ruitvormige schermen). Op de wadden en in ondiepe vaarwaters aan de kust worden kopbakens en steekbakens gebezigd. Kopbakens zijn in de grond gestoken sparren, beschilderd als drijfbaken (zie Betonning) en van dezelfde toptekens voorzien, doch ongenummerd. Steekbakens zijn takken hakhout, ongeschilderd en ongenummerd, welke aan de zijkanten van bevaarbare geulen in de grond worden gestoken. Aan stuurboordzijde worden de takken bijeengebonden, aan bakboordzijde uitgespreid gelaten. Twee of drie steekbakens dicht bij elkaar duiden aan dat de bebakening aan de ene zijde eindigt en aan de andere zijde weer begint.

Het beheer van de bebakening in zee en in de vaarwaters die in open verbinding staan met de zee, zomede op het IJsselmeer, berust in Nederland, ingevolge KB van 11 aug. 1934, Stbl. 138, bij de Dienst van het Loodswezen, de Betonning, Bebakening en Verlichting, welke dienst ressorteert onder het ministerie van Defensie. Voor de binnenwateren en de bovenrivieren berust dit beheer onder de desbetreffende dienst van de Rijks- of Provinciale Waterstaat. In de havens is het meestentijds een gemeentelijke aangelegenheid.

In België hangt de bebakening af van het Bestuur van het Zeewezen en van de Binnenvaart (Ministerie van Verkeerswezen). Het woord wordt er doorgaans gebruikt in zijn meest ruime betekenis: het omvat de vuurtorens, lichten, bakens, boeien, lichtschepen, peilschepen, signaalmasten enz. De bebakening van de Westerschelde valt onder de gemeenschappelijke bevoegdheid van de betrokken Nederlandse en Belgische autoriteiten, ingevolge de traktaten van 1839 vv. Zij geschiedt onder toezicht van de Permanente Commissie van de Schelde.

< >